Herbelijdenis

2 Dec

Joost van den Brink vertelde ons (‘Waarom zou je niet twee keer gedoopt kunnen worden?’, ND-Gulliver 26 juni 2015) hoe gelukkig hij was geworden van zijn ontdekking dat je best twee keer gedoopt kunt worden, nl. als baby van gelovige ouders en als volwassen gelovige.

Hij zet de doop in het proces van onze redding door Jezus Christus. Hij ziet daar twee fasen in: (1) Christus biedt zich aan aan ons; (2) wij nemen Hem aan door de Geest. De babydoop zegt: God gaat je vanaf vandaag redden. De gelovigendoop vertelt: ik ben beschikbaar om gered te worden. Dat maakt ze allebei onvolledig. Ze horen bij elkaar.

Hoezo twee fasen? Jezus redt me door zich aan mij te verbinden. Wat hij begint keert naar hem terug: mijn liefde. Een overzichtelijk gefaseerd proces? Nee, want mijn inbreng is wankel. Mijn liefde kan verslappen, zelfs verdampen.

De wederhelft van de babydoop, de geloofsbelijdenis, is bij ons versteend. We doen één keer belijdenis. Maar: in onze samenkomsten is er alle gelegenheid om onze belijdenis te vernieuwen. Bij voorbeeld bij de verbondsvernieuwing rond de herhaling van Gods belofte en wet in de morgendienst. Of bij de aanloop op de avondmaalsviering.

Vertelt op zo’n moment wel eens iemand dat hij blij is dat hij terug mag komen van zijn geloveloosheid? Dat hij zich weer kan melden omdat God zijn belofte nooit heeft ingetrokken?

Gods woord staat. Dat hij zo goed is het me heel vaak voor te houden, betekent dat Hij weet hoe het bij me werkt. Voor de doop betekent dat wat mij betreft: je één keer laten dopen, en je redder trouw beloven (ben je niet als baby gedoopt, dan in dezelfde dienst).

Daarna laat je je wassen met Gods woord en Geest tot je schoon bent. Steeds weer het bad van de wedergeboorte in. En als je liefde voor Jezus opraakt, je geloof weglekt, en je wilt terug, openlijk terug naar het begin van jouw liefde: zijn liefde. Zijn trouw herschept de mijne.

David zong (Psalm 62,12): ‘Eenmaal heeft God gesproken, tweemaal heb ik het gehoord.’ Een telspreuk nodigt je uit verder te tellen: ik moet het twee, drie, duizend keer horen om te durven geloven dat hij zijn woord niet intrekt. Ik mag mijn geloof steeds weer harden in zijn trouw.

[Pro Ministerio 44,3 (sep 2015) p. 13]

4 Responses to “Herbelijdenis”

  1. Marcus Ampe July 12, 2016 at 6:31 am #

    Gods Woord staat. Maar er staat ook duidelijk in wat een doop moet inhouden. Indien er neit aan die voorwaarden voldaan is zal er toch een herdoping moeten plaats vinden. De dopeling moet bij verstand zijn en moet volledig ondergedompeld worden, dan pas kan men spreken van een doop en van een waardige doop kan men enkel spreken als de persoon getuigd heeft van spijt te hebben van zijn voorgaand zondig leven, vergiffenis aan God heeft gevraagd en de belofte heeft afgelegd om nu de Weg van Christus af te leggen en te proberen om zonder zonde te leven.

    • Ruud ter Beek July 12, 2016 at 7:52 am #

      ‘van een waardige doop kan men enkel spreken als de persoon getuigd heeft van spijt te hebben van zijn voorgaand zondig leven, vergiffenis aan God heeft gevraagd en de belofte heeft afgelegd om nu de Weg van Christus af te leggen en te proberen om zonder zonde te leven’ – mijn vraag dan: kan zo’n waardige doop zijn waardigheid verliezen door nieuwe zonde en moet deze dan na het vragen van vergeving en het herhalen van de beloften ook herhaald worden?

      • Marcus Ampe July 12, 2016 at 8:41 am #

        Na zondiging wanneer men al in het geloof is moet men wel weer getuigen van spijt en om vergiffenis vragen maar is een doop niet meer nodig.

        Een kinderdoop kan echter nooit als een volwaardige doop aanschouwt worden, dus als iemand tot het geloof komt zal deze de beslissing moeten nemen om zich te laten dopen.

  2. Ruud ter Beek July 12, 2016 at 3:31 pm #

    met andere woorden: ook voor u is de niet aan te tasten waarde van de doop gelegen in Gods toezegging van trouw, en reageert de belijdenis van de gedoopte daarop, ontrouw van de gedoopte gelovige vraagt om ‘herbelijdenis’. Gods belofte wordt beantwoord met de belofte van de dopeling en dan wordt het een voluit tweezijdige verbinding. In de calvinistische praktijk doet God het kind van gelovige ouders zijn toezegging en als het groot geworden tot geloof komt voegt de gedoopte zijn belofte bij de belofte van God en ontstaat een tweezijdige verhouding.

Leave a comment